Ga direct naar

SVPB neemt kerntaakdoorsnijdende en/of –overstijgende examens af. Daarom is een omrekening van de SVPB-examencijfers naar de kerntaken noodzakelijk zodat onderwijsinstellingen studenten kunnen beoordelen op kerntaakniveau. Dit is verplicht volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.

De SVPB-systematiek is afgestemd met de Onderwijsinspectie. Uitgangspunt vormt het Kwalificatiedossier mbo Particuliere beveiliging. In het profiel Beveiliger (Crebo 25407) worden bij de drie kerntaken de benodigde basiskennis, vaardigheden en de werkprocessen (handelingen) benoemd. De SVPB heeft deze basiskennis, vaardigheden en werkprocessen uitgewerkt in exameneisen. De werkprocessen komen, gesimuleerd, allemaal terug in het praktijkexamen.

De exameneisen zijn verdeeld over vijf examenonderdelen:

  • Wettelijke kaders basis
  • Beveiliging van objecten basis
  • Waarnemen basis
  • Specifiek rapporteren basis
  • Praktisch handelen basis

SVPB examineert de vakkennis die per kerntaak wordt genoemd en één vaardigheid die bij elke kerntaak voorkomt met de volgende kerntaak-overstijgende examenonderdelen:

  • Wettelijke kaders basis
  • Beveiliging van objecten basis
  • Waarnemen basis

Deze examenonderdelen zijn aangemerkt als voorwaardelijke examens en wegen niet mee in de beoordeling van de drie kerntaken. De exameneisen die zijn ontwikkeld voor de vaardigheden en handelingen voor de drie kerntaken zijn verdeeld over de twee examenonderdelen:

  • Specifiek rapporteren basis
  • Praktisch handelen basis

Rapportagevaardigheden zijn elementair voor een beveiliger, zijn voor alle kerntaken belangrijk en worden daarom in elke kerntaak genoemd. Het cijfer voor Specifiek rapporteren basis telt voor elke kerntaak even zwaar mee

De vaardigheden en handelingen worden getoetst in het examen Praktisch handelen basis. Elke kandidaat moet drie proeven afleggen. Elke proef is gebaseerd op de vaardigheden en handelingen van één van de drie kerntaken. De beroepshouding wordt overstijgend voor de drie proeven gemeten. De resultaten leiden vervolgens tot één cijfer voor het examenonderdeel Praktisch handelen basis (waarbij wel voor iedere kerntaak een minimumscore behaald moet worden om het examenonderdeel te behalen).

Gelet op de aanmerkelijke overlap van vaardigheden en handelingen en het gegeven dat in het examen de beroepshouding overstijgend wordt getoetst, telt het cijfer voor Praktisch handelen basis voor elke kerntaak even zwaar mee.

Bij het bepalen van de onderlinge verhouding tussen de examenonderdelen die de vaardigheden en handelingen toetsen weegt Praktisch handelen basis voor 70% mee m.b.t. de kerntaken. In dit examenonderdeel zitten immers de meeste vaardigheden en handelingen uit de kerntaken en laat de kandidaat zien of hij als beginnend beroepsbeoefenaar beveiligingswerkzaamheden kan uitvoeren. Het cijfer voor Specifiek rapporteren maakt dan voor 30% deel uit van de beoordeling van elke kerntaak.

Voor het omrekenen van examencijfers naar kerntaken is een omrekentabel beschikbaar. Deze tabel kan alleen worden toegepast voor studenten die voor alle SVPB-examenonderdelen een voldoende resultaat hebben behaald. In het geval dat de student een vrijstelling heeft gekregen (aangegeven met de letter V) moet hiervoor het cijfer ingevuld worden dat behaald is voor het examenonderdeel op basis waarvan de vrijstelling is verleend.

Er gelden twee omrekeningstabellen:

Versie 1 : voor deelnemers die VOOR 01-08-2017 zijn ingeschreven door de onderwijsinstelling.

Omrekenen cijfers naar kerntaken Beveiliger (25407) versie 1

Versie 2 : voor deelnemers die VANAF 01-08-2017 zijn ingeschreven door de onderwijsinstelling.

Omrekenen cijfers naar kerntaken Beveiliger (25407) versie 2